Champagne zou per ongeluk zijn ontstaan.
Rond de jaren 1500 sloeg een wijnboer zijn druivensap, dat net was beginnen met gisten, op. Maar er kwam plots een grote koudegolf waardoor de temperatuur sterk daalde.
Door die koude stopte de gisting van zijn wijn. Toen de koude over was en het weer warm werd startte de gisting opnieuw maar plots merkte hij dat er parelingen in zijn wijn zaten, koolzuurgas genaamd.
Eerst dacht hij dat het slecht was maar na proeven bleek het goed.
In vroegere tijden waren de flessen zwak en explodeerden er veel (zo’n 80%), maar de flessen die het overleefden, bevatten een geliefde mousserende wijn!